Ton ter Linden stopt na 50 jaar tuinkunst: het feest is voorbij voor “Nederlandse Monet” en “Mozart” in de polder
Komend weekend voor de allerlaatste keer geopend, de tuinen van Ton Ter Linden en Gert Tabak in De Veenhoop. Dan komt er een einde aan vijftig jaar tuingeschiedenis. In juli interviewde ik Ton ter Linden en Gert Tabak. Niet wetend dat zo snel het bericht zou komen dat huis en tuinen in de verkoop gaan. Door Huys de Dohm en Ineke Greve was ik benieuwd hoe de even oude Ton het vol hield en hoe ze aankeken tegen de toekomst van de tuinen. Zeker omdat zijn manier van tuinieren arbeidsintensief is. Lees hier het hele artikel:
Mien Ruys, Nederlands bekendste tuinarchitect, bezocht één keer in haar leven de tuinen van kunstschilder Ton ter Linden (79) in Ruinen. Zij wierp een blik op zijn zonneborder en zei: “Zo kan het ook”, en voegde er aan toe: “ Als ik Bach ben, ben jij Mozart.” Het huis en de tuinen staan te koop. Daarmee komt een einde aan de levende kunstwerken van Ter Linden.
Ton ter Linden en zijn tuinen werden internationaal bekend en hij werd in een adem genoemd met Henk Gerritsen en Piet Oudolf en vormde met hen de basis van wat de Engelsen de Dutch wave zijn gaan noemen. ‘Mien is in de tuin’, gonsde door de tuin toen zij samen met een vriendin onaangekondigd door de tuinen liep. Mien Ruys zag in één oogopslag de essentie van het werk van Ton ter Linden, die de bijnaam de Nederlandse Monet kreeg. Dat laatste ligt voor de hand. Zijn tuinkunst is impressionistisch. Transparante verwevenheid van kleur en vorm en hij schildert ook. Maar Mozart was een wonderkind die zonder scholing op jonge leeftijd muziek componeerde die in zijn hoofd ontstond. En dat blijkt nou juist de essentie te zijn van de wijze waarop Ton werkt zonder enige opleiding. Hij componeert feestjes met bloemen en vormen. De combinaties ontstaan in zijn hoofd. Hij hoeft maar een blik op een plant te werpen en weet of deze past in zijn symfonie.
Zijn partner beeldend kunstenaar Gert Tabak (58) licht toe: “ik wees Ton eens op een plant met een prachtige blauwe bloem, Ton keek en zei: Ja, hij is blauw. Wat hij bedoelde was, dat is ook het enige aan deze plant. Zie je dan niet dat deze totaal niet past. Ik nam een paar rozen mee met namen als Monet en Pissarro dat leek mij leuk, vanwege zijn bijnaam. Maar Ton kon er niks mee.” Ter Linden: “De borders moeten volkomen logisch lijken, alsof de natuur het zelf organiseert.”
Door een wegomlegging benader ik de tuinen van Ton ter Linden in De Veenhoop waar hij nu alweer zes jaar woont van een andere kant. In het Friese landschap van gras en koeien, doemt het huis en de tuin als een vrolijk gekleurde vlek op. Ik word hartelijk ontvangen door Gert Tabak. Sinds 1992 de levenspartner van Ter Linden , 21 jaar jonger. Extravert, levendig, met armgebaren vertelt hij, Ter Linden vult aan, anekdotes vertellend en soms zacht een zin herhalend.
Het is Anne van Dalen die als eerste het grote talent van Ton ontdekt. De 44-jarige ontmoet Ter Linden na vijf jaar opnieuw als deze, dan 23 jaar, in een dal zit. Hij heeft zijn baan als dierenverzorger bij Artis opgegeven omdat hij het leed van de dieren achter de schermen niet meer aan kan zien. “Ik ging ’s avonds terug om de dieren te voeren, of het nou mocht of niet, die veel te kleine hokken, de muren vol kakkerlakken, ik kon er niet meer tegen”, aldus Ton. Vervolgens begon hij aan een opleiding tot balletdanser op een te late leeftijd. Het zijn de jaren vijftig. “Ik was anders, ondanks dat ik er gewoon uitzag en me gewoon kleedde, werd ik aangevallen als homo, ook in Amsterdam. Het was moeilijk, ik werd daar agressief van.” Als kind werd hij vlak na de oorlog ondervoed op de trein gezet naar een gastgezin om aan te sterken. Als adolescent woonde hij in één huis met Ramsey Shaffy. Als Anne van Dalen mee naar het huis van Ter Lindens ouders gaat, valt zijn mond open als hij de door Ton ter Linden ontworpen verticale plantenwand in de huiskamer van de Ter Lindens ziet. Hij besluit dat daar Tons toekomst moet liggen, in combinatie met tekenen.
Uiteindelijk belanden ze na twee korte tussenstops in 1971 in Ruinen, waar een vervallen boerderij en 1 ½ hectare grasland omgetoverd moeten worden tot tuinen. Ton ter Linden klimt in de enige aanwezige boom, een oude appelboom en maakt een ontwerp in zijn hoofd voor het terrein. Jaren van noeste arbeid volgen. Bouwen, wieden, snoeien, dagen onafgebroken werken. De tuinen krijgen al snel bekendheid, in 1980 gaan ze open voor publiek. “Ik adviseerde Henk Gerritsen en Anton Slepers (Prionatuinen) om open te gaan, anders houd je het financieel niet vol”, zegt Ter Linden. Oudolf is in deze periode vooral als plantenkweker bekend.
De tuinen, vijf maanden per jaar, zes dagen per week geopend, trekken ook aandacht over de grenzen. Op het hoogtepunt bezochten 19.000 bezoekers in één jaar de tuinen, waaronder koningin Paola van België. De onafgebroken stroom bezoekers bracht de benodigde inkomsten. Na de dood van partner Anne van Dalen bleek dat een en ander financieel niet goed geregeld was. Maar Ter Linden kon er steeds minder goed tegen. “De vrouwen, ze zagen er soms verschrikkelijk uit. Leggings.” Ton ter Linden spreekt het woord met afschuw uit. Gert Tabak vult aan: “Ze liepen met naaldhakken over het gazon. Het gras was direct geverticuteerd. Ton was vooral te zien met zijn rug richting de bezoekers met ontbloot bovenlijf, korte broek en werkend in de borders, dagen makend van 14 uur.” Alles ging met de hand. Alleen voor het gras wordt uiteindelijk een uitzondering gemaakt. “1 ½ hectare met de hand…” Ton ter Linden zucht, ruim vijftien jaar later, uitkijkend over de Friese weilanden nog steeds, als hij terugdenkt aan die tijd. “Als mensen me vroegen of ik Ton ter Linden ben, zei ik: nee hoor, de tuinman, Ton zit op de Canarische eilanden.”
Deze Ton ter Linden is er niet meer. Sinds een paar jaren zijn de tuinen in De Veenshoop een aantal weekenden per jaar te bekijken en op afspraak. Nog steeds arriveren bussen met fans ook uit Duitsland, België, Italië en natuurlijk Engeland. Tabak: “Ton geniet nu wel van bezoek en de contacten. Er komen nu alleen oprecht geïnteresseerden op bezoek. In Ruinen waren we een soort attractie geworden.” Inmiddels is in Ruinen letterlijk een soort en met attractieparkje voor kinderen in de tuinen gekomen. “Wolven hebben ze er, wolven….”, Ton ter Linden verafschuwt het feit dat deze dieren te weinig ruimte hebben. “De tuinen en de magie zijn verdwenen. Ik had nooit terug moeten gaan.” In tegenstelling tot Piet Oudolf ontwierp Ton Ter Linden geen tuinen in het buitenland. Dat heeft alles te maken met de honkvastheid van Ton. Hij heeft er geen zin in. Hij reisde voor een enkele lezing naar Parijs bijvoorbeeld, en een aantal tuinen in Nederland ontwierp hij. Daar is het bij gebleven. Uitnodigingen zijn er genoeg geweest, maar werden afgeslagen. Andere tuinen bekijken doet hij ook niet. Eén keer per jaar op zijn verjaardag in juli bezocht hij de tuinen van Mien Ruys die hij als voorbeeld zag. De andere inspiratiebron is het Thijssepark in Amstelveen. Ook daar keert hij af en toe terug. “Je moet er eind maart naar toe, dan is het er zo mooi…” Zie foto boven: Ton wandelt in het Thijssepark
“Ik zag de tuinmannen op hun knieën zitten en vroeg: wat doen jullie? Wieden, met een mes, om de bodem niet om te woelen.” Vanaf toen is dat de manier waarop Ton zijn borders onderhoudt: met een aspergesteker. Opvallend is dat de samenwerking met Piet Oudolf stopt. In het boek Droomplanten van Oudolf en Gerritsen zorgt Ton ter Linden nog voor een hoofdstuk en plantcombinaties. Ter Linden: “hij heeft allerlei combinaties van mij gebruikt, maar noemt mijn naam niet meer. “ Gert Tabak vult aan: “Er is geen ruzie geweest, wel misverstanden. Op maandag hadden we vrij en gingen we vaak op pad. Piet wilde een keer op zo’n dag langs komen met iemand en we zeiden nee. We waren die maandag toch thuis en zagen Piet met zijn vrouw en twee anderen over het hek klimmen. Vanaf dat moment is de relatie bekoeld.“ Het is in die tijd dat de manier van tuinieren grote internationale belangstelling krijgt. De Engelsen noemden het werk van Henk Gerritsen, Ton ter Linden en Piet Oudolf de Dutch wave. In 2011 volgt een overzichtstentoonstelling Going Dutch in het Garden Museum Londen. “Dat is voorbij”, zegt Tabak, “de Dutch wave dat was toen.” De mogelijkheid om net als Oudolf te oogsten internationaal heeft Ter Linden aan zich voorbij laten gaan. Spijt heeft hij daar niet van, aldus Gert Tabak. “Ton had het gevoel dat hij niet weg kon uit zijn levenswerk.” Hij leefde letterlijk in zijn kunstwerken. Daarbij komt dat Oudolf 10 jaar jonger is en sinds een jaar of tien echt is doorgebroken.
Buurvrouw Janke steekt haar hoofd om de hoek. “Ze heeft een mooie tuin en een grote moestuin waar wij uit mee mogen eten”, zegt Tabak. Ze komt waarschuwen dat de borden naar de tuin nog staan. Normaal komt optreden en dan lopen deze risico te verdwijnen. De buurvrouw moet weer gaan, gras maaien. zegt ze. “Te laat”, zegt Ter Linden, “het is al te warm. Het is soms moeilijk voor me, als mensen me op een andere manier benaderen, ik wil gewoon normaal contact met iedereen. Pas nog een paar Duitsers, die me veel te beleefd benaderde.” Hij doet het voor en buigt als een knipmes. Er is zojuist weer een groot artikel in een Duits tuinblad verschenen. Ton ter Linden is ook daar bekend. Tabak: “We werden benaderd. We hielden de man af, geen idee wat hij wilde. Hij bleef maar volhouden. Bleek het Jonas Reif te zijn van Gartenpraxis, een Duits tuinblad van niveau. En knap dat hij was”, zeggen ze eenstemmig.
In 1999 gingen de tuinen in Ruinen dicht. Ton ter Linden was het zat. De druk, de mensen, hij wil niets meer met tuinen. Toch begint hij, na een paar maanden in Limburg de tuin opnieuw aan te leggen. Hij kan het niet laten. Het begon weer te kriebelen. Pratend over de tuinen in Limburg en de favoriete delen van de tuinen in Ruinen is Ton ter Linden in gedachten even terug en ziet hij de border voor zich: “Zo mooi”. Hij houdt van planten. Tuinieren op een natuurlijke manier, diervriendelijk, maar wel á la Ton. “Het moet esthetisch kloppen”, zegt hij.
De nieuwe tuin in Limburg klopt, maar er is geen uitzicht en vooral geen stilte. “Veel te veel herrie, van mensen, apparaten, verkeer”, zegt hij. Gert Tabak vindt de nieuwe locatie. Via google earth is te zien dat er geen wegen en geen huizen te dicht in de buurt zijn. Tabak:“360 graden onbedorven.” Ze besluiten te gaan kijken. Bij aankomst loopt Ter Linden direct naar de achterkant van het huis. Daar ligt een grote ovale vijver omringd door gras. “Wat moet ik daarmee doen? Vroeg ik me direct af, vierkant maken? Ik vroeg aan mijn accountant of ik het kon betalen, als je ja zegt, doe ik het, zei ik hem”, herinnert Ter Linden zich. “Ik begon gelijk in gedachte aan een ontwerp voor de tuin.” Het huis zelf was van later zorg. “Verbouwen, dat wilde ik niet meer, dat heb ik genoeg gedaan.” Ton ter Linden ontwerpt wel de kleuren van het interieur. Aan het buitenkant een typisch Fries huis, aan de binnenkant duidelijk de hand van een kunstenaar met een bijzonder kleurgevoel.
Dit keer wordt er wel een basisontwerp voor de tuin op papier getekend, samen. Ter Linden neemt de invulling voor zijn rekening. “Hij kreeg veel planten, niet alleen wat op zijn lijstje stond, maar ook daar weet hij weer raad mee” , zegt Tabak. Binnenkort is hij tachtig. Wat moet er met de tuinen gebeuren als hij er niet meer is, vraag ik hem. Nog steeds zorgt hij ervoor dat de borders precies de juiste verhoudingen hebben. De bijna tachtigjarige gaat nog altijd op zijn knieën. Een dag per week is er hulp voor het onderhoud. Ter Linden: “Frieda, zij voelt het aan…Zo lang het kan, blijven we hier. Als er een einde aan komt om welke reden dan ook, kijk ik niet om.” De antwoorden komen aarzelend. Dat het niet meer zo gemakkelijk gaat, is duidelijk. Tabak: “het is mijn liefie, Ton mag niet vergeten worden, ik doe er alles aan om hem te laten schitteren.” Net als Anne van Dalen voor hem deed. Voorlopig is de tuin Ter Lindens grootste zorg. Ze zijn net terug van twee dagen op een Waddeneiland. Ter Linden: “heel gedoe om weg te komen, ik ben het liefst hier, altijd al gehad, ik ben een kreeft, als de auto stopt, weet ik niet hoe snel ik de gieters moet vinden en is mijn eerste zorg de planten in de potten water geven in deze warmte.”
Tuinen gaan dicht
Slechts enkele weken na dit interview waar we ook ingingen op de moeilijkheid in Nederland tuinen als cultureel erfgoed overeind te houden, krijg ik bericht van Gert Tabak. Er is lang gepraat maar het huis en de tuinen gaan per direct in de verkoop. Vereenvoudigen wil Ter Linden de tuinen niet. Met een dag per week hulp en de hulp van Tabak wordt het te zwaar om de tuinen te houden zoals ze volgens Ter Linden moeten zijn. Voor meer hulp ontbreken de financiële middelen. En niet iedereen is geschikt. Met minder dan hij voor ogen heeft, neemt hij geen genoegen. Het onderhouden van een levend kunstwerk blijkt bijzonder ingewikkeld. 13 en 14 september zijn de laatste open dagen. Daarna valt definitief het doek voor de tuinen van één van Nederlands meest spraakmakende en bewonderde tuinkunstenaars ooit, die tuingeschiedenis schreef tot ver over de grenzen en de traditionele hegemonie van Engelse tuinkunst op zijn grondvesten deed schudden.
Ik wil Ton en Gert hartelijk danken voor hun medewerking aan het interview, hun openhartigheid en de heerlijke zomersalade die ik in de prachtige tuin mocht nuttigen. De foto’s op twee na zijn eigendom van Gert Tabak en gepost op facebook.
Terug naar homepage
Lezers schreven op facebook: “ontroerend goed”, “dit moet iedereen lezen”, “wat een prachtig, persoonlijk interview” Dank voor al die mooie reacties op het artikel….
Lees dit interview nu pas na sluiting 5jr.geleden.Zo echt, waardevol en eerlijk alles. Ton ter Linden is ,n echt mens ,kunstenaar. Ik ben in Ruinen geweest en dacht toen ik op de veranda stond ,zo moet het ,wat ben ik nog aan ,t begin.Ook in Veenhoop leuk kontakt gehad met Ton.Hij zat in .,n bootje bezig met waterlelies uit de vijver te halen,bootje propvol,Ton in vijverpartij,ik ging aar hem toe,zei we zijn met de tuinclub ,goedemorgen .Ton antwoorden kom in mijnbootje.Jammer niet gedaan ,ik was helemaal in witte kleding.Had erachteraan spijt van ,maar ,t was 10.00 begin vd dag.
Ook als je ,n naamvroeg ging Ton meteen mee.Tonbleef eenvoudig ,met al zijn kunde.
Alleen maar goede herriing aan Ton ,ook Ger Tabak.