Boekrecensies: slim ontwerpen voor de doorsnee Nederlandse (kleine) tuin.
‘Shit , we hebben een tuin’, is de kop van een drie pagina’s groot artikel in de zaterdagbijlage van NRC. Een jammerlijk staaltje van ik-journalistiek, waar een journaliste zichzelf centraal stelt en verzuimt de lezer een echt alternatief te bieden voor een versteende tuin. Die stenen tuin is weliswaar gemakkelijk maar blijkt ook zijn nadelen te hebben: wateroverlast en vocht in het schuurtje, aldus de schrijfster. Helaas komt ze niet verder dan gesprekken met onder andere Rob Verlinden die veel gesponsorde potten vult met dito planten in een bekend televisieprogramma. De journaliste beschikt na een verhuizing over een vol getegelde tuin in een nieuwbouwwijk met een doorsnee afmeting: 6 × 10 m, de gangbare maat voor de Nederlandse tuin. Om hier een echte tuin van te maken, zou ze rekening moeten houden met een bedrag van € 10.000 volgens Rob. Een bedrag dat gemakkelijk wordt uitgegeven voor een keuken, maar niet voor een tuin, zegt hij.
Begin met een goed ontwerp aan je tuin
Behalve het advies dat de platgeslagen grond tijdens de bouw van een huis beter verbeterd kan worden voor je een tuin aanlegt, levert het artikel niet veel op. En dat is erg jammer. De twee in 2016 in Nederland verschenen boek titels juist voor deze kleine, doorsnee tuinen en wat je er allemaal mee kan, zijn de journaliste ontgaan. Ook het bedrag van € 10.000 is uit de lucht gegrepen. Een tuin vol hardware: tegels, schuttingen en loungesets is duur. Bij hergebruik van het aanwezige materiaal en heel veel planten, die in ons land relatief goedkoop zijn, kun je best met weinig geld uit de voeten. Zeker als je bereid ben zelf aan de slag te gaan. Investeer liever in een goed ontwerp!
30 ongewone ontwerpen in beeld
Dit is ook de boodschap die de schrijfsters van 30 tuinontwerpen: ongewone ontwerpen voor een gewone tuin uitdragen. Jeanne van Rijs, Carrie Preston, Bernadette den Bieman en Carolien Barkman sloegen de handen ineen. Een goed ontwerp leidt tot een fijne tuin voor de eigenaar. Alle 30 besproken ontwerpen worden schematisch in beeld gebracht, zodat duidelijk is hoe de tuin is opgebouwd en in welke verhoudingen groen en harde materialen zijn gebruikt. In de bijbehorende tekst is uitgelegd welke eisen de bewoners hadden. Alle soorten tuinthema’s komen aan bod: relax, kunst, stads, pottentuin, water, spelen, natuur, etc. De besproken tuinen vallen in vier thema’s: groen, lef, speels en oer. Er is een grote diversiteit aan gebruikte materialen te zien en dat is echt een verademing na het enorme grijze tegels/grijs grind offensief in het straatbeeld. De centrale boodschap is dat er echt gekozen moet worden, een duidelijke signatuur is beter dan teveel wensen proppen in een kleine tuin.
Het boekje heeft een handzaam formaat maar is groot genoeg om de foto’s tot zijn recht te doen komen. Een aantal keren is goed te zien hoe de omgeving is meegenomen in het ontwerp. Want sommige kleine tuinen hebben toch het geluk aan water te liggen of een groene omgeving te hebben. Het ontwerp van Ruud Vermeer valt daarin op: de ‘tropische tuin’ wordt omgeven door groen waardoor de ruimtewerking extra groot is. Alleen schijn bedriegt hier wel, want de gefotografeerde tuin is in werkelijkheid groter dan 6 × 10, het concept/ontwerp is in de tekening teruggebracht naar de beoogde maten. Het had een goede optie geweest om alle gefotografeerde tuinen te voorzien van de maten in de praktijk om verwarring te voorkomen en eerlijker te zijn. Bij de boomhutten in een tweetal ontwerpen vraag ik me direct af of dit wel overal is toegestaan, gezien de hoogte van de bouwwerken. Dergelijke praktische informatie had er wat mij betreft best bij gemogen.
Verbeterpunten
Het boek richt zich tot twee soorten publiek: tuinbezitters en ontwerpers. Deze keuze leidt er wel toe dat de eerste groep niet helemaal goed bediend wordt met het boekje. De tuinbezitter krijgt wel een duidelijk idee welke meerwaarde een ontwerper kan hebben, maar blijft in het ongewisse over hoe zo’n proces tussen ontwerper en klant precies verloopt, wat het kost om een ontwerper in te schakelen en ook over hoe de uitvoering van een ontwerp tot stand komt, wordt weinig duidelijk. Het is jammer en een gemiste kans dat dit niet aan de orde komt: een stappenplan van idee, opdracht tot realisatie. Het nawoord gaat hier slechts summier op in. De zuinige Nederlander is een echte doe-het-zelver en zal ook voor het interieur binnen niet snel een ontwerper inschakelen, laat staan voor de tuin. Het verschil tussen een ontwerpende hovenier (veelal de praktijk) en een ‘echte’ opgeleide tuinontwerper wordt ook niet besproken. Ik vermoed dat de schematische tekeningen voor een beginnende tuinier erg basaal zijn, de plantenlijstjes zonder bijbehorende plaatjes te summier. Dit sluit meer aan bij de doelgroep collega-ontwerpers (in opleiding). Een ander minpunt is dat de fraaie fotografie en de tekst niet altijd op elkaar zijn afgestemd. Een beschreven boom in de tekst, is niet goed te zien op de foto’s. Een fel roze roos in de tekst, een zachtroze in de fotografie. Alle fotografie is in de zomer van 2015 gedaan. Ook dat is jammer, hoe mooi een goed ontworpen tuin kan zijn in andere, minder overvloedige seizoenen, zou overtuigend kunnen werken. De schrijfsters (zelf ook tuinontwerpers) van het boekje willen immers laten zien dat het een goede keuze is om een ontwerper in te schakelen met verstand van vormgeven en planten voor de aanleg van je tuin.
Voor collega ontwerpers en tuinbezitters
Het voorwoord richt zich voornamelijk tot tuinontwerpers. In tegenstelling tot de overige tekst. De vraag is hoe interessant het is voor een tuinbezitter dat er ooit een Deens boek het standaardwerk is (geweest) voor ontwerpers (in opleiding). Desalniettemin is het een geslaagd boek. Mijn tip voor een nieuwe druk zou in ieder geval zijn om praktische informatie van de desbetreffende ontwerper wat verder uit te werken bij het ontwerp: onder andere waar de ontwerper online te vinden is, zijn werkterrein in Nederland of België aan te geven en de belangrijkste kenmerken van het werk, zoals achterin een aantal ontwerpers wordt besproken. Helaas zonder pagina-aanduiding, zodat mij als lezer een hoop bladerwerk wacht om de uitleg te begrijpen. Tot slot: geef algemene tips hoe een bij jou passende tuinontwerper te vinden. Er zijn er immers meer dan de 30 die in het boekje aan bod komen.
Ondanks de genoemde minpuntjes is het boekje een echte aanrader voor wie zich oriënteert op de mogelijkheden van zijn stukje grond. Het laat overduidelijk zien waartoe een goed ontwerp leidt en wat de mogelijkheden zijn als je durft te kiezen op zo’n klein stukje tuin.
Klein boekje met veel tuininspiratie
Bijna tegelijkertijd verscheen Ontwerpen en planten voor kleine tuinen van Modeste Herwig. Dit boekje richt zich alleen op de particuliere tuinbezitter. Het aantal ontwerpers wat aan bod komt, is beperkt. De kleine tuinen hebben verschillende maten: van 5×7 tot 14 x 14 meter. De ontwerpen zijn wat minder verrassend en sluiten veelal aan bij wat de laatste jaren gangbaar te zien is in tuinbladen als Home & Garden bijvoorbeeld. De fotografie is zoals verwacht verzorgd, Modeste staat immers bekend als tuinfotograaf. De afmeting van het boekje is vrij klein, ik vind dat jammer. De fotografie komt zo minder tot zijn recht en het levert een hoop geblader op om één tuin te bekijken. Tussen de ontwerpen zijn inspiratiepagina’s opgenomen met thema’s als voortuinen, natuurlijke tuin, harde materialen, et cetera. Zo worden er veel ideeën aangereikt. Sterk punt is dat per tuin is aangegeven welke zonligging een tuin heeft en de mate van het te verwachten onderhoud. Voor veel tuinbezitters een belangrijk gegeven. Helaas is er weinig expliciete aandacht voor relevante thema’s als duurzaamheid, biodiversiteit en wateropvang. Bewustwording hiervan is voor de gemiddelde tuinbezitter belangrijk.
Heel fijn is de plantenlijst. Het is een veel gemaakte fout: te grote struiken en bomen plaatsen op een klein stuk grond. Dat gaat maar even goed, het levert jarenlang veel snoeiwerk op voor de eigenaar en de natuurlijke vorm van een boom of struik wordt teniet gedaan. Planten die in beeld zijn gebracht, hebben een naam onderschrift. Wie het boekje koopt, kan daarna op zoek naar de planten die hem of haar aan staan. De schematische weergave van de tuinen is wat uitgebreider en door ‘leken’ gemakkelijker te begrijpen. Niet alle fotografie is in bestaande tuinen gemaakt. Enkele foto’s komen van shows, waar de tuinen weliswaar vernieuwend maar ook niet helemaal realistisch zijn. Cortenstaal blokken uit zo’n showtuin aanraden als zitjes is niet slim. Dit materiaal geeft roest af als het nat is geweest, niet echt iets om op te gaan zitten. Net als het eerst besproken boekje geeft Modeste geen inzicht in de kosten van het aanleggen van een tuin. Jammer, omdat dit best wel belangrijk kan zijn getuige het krantenartikel. Ondanks deze minpunten verwacht ik dat dit boekje bij een brede doelgroep nieuwe tuinbezitters en zij die hun tuin willen veranderen aansluit.
Dat vormgeving en fotografie van beide boekjes weinig onderscheidend zijn, is te zien als je beide naast elkaar ligt. Verschillende uitgevers, fotografen en vormgevers leiden tot boekjes met eenzelfde toon en uitstraling, ook de typografie lijkt op elkaar. Aan de ene kant zal dat dezelfde doelgroep aantrekken, aan de andere kant een gemiste kans om op te vallen. In ieder geval is er geen enkele reden met deze ontwerpideeën in de boekenkast om te roepen Shit, we hebben een tuin. Roep liever ‘Hoera, we hebben een tuin’, gezien de ongekende mogelijkheden zelfs met een klein stukje grond. Misschien een idee voor projectontwikkelaars? Geef een boekje cadeau bij de verkoop van een nieuwbouwhuis voor een groene wijk.
30 tuinontwerpen, uitgeverij Forte Groen 24,95 euro
Ontwerpen en planten voor kleine tuinen, uitgeverij Terra 20 euro