De familie Willemsen beheert vier voetbalvelden bos en tuin
Begin 2014 bezocht ik met Groei en Bloei regio Roosendaal het bos van de familie Willemsen. Behalve een geweldige, diervriendelijke tuin van twee voetbalvelden groot met oog voor duurzaam en inheems , bezitten ze ook een stukje bos. Niet grenzend aan of onderdeel van de tuin, nee, schuin tegenover hun huis, aan de andere kant van de weg. Klein particulier bosbeheer, je staat er niet bij stil dat het bestaat. Een verhaal over liefde voor de natuur en ‘boswachtertje’ zijn. Lauran nam ons mee ‘zijn’ bos in:
JE EIGEN BOS: “OMDAT HET LEUK IS EN VOOR HET HOUT”
Lauran Willemsen (53) staat in zijn knusse huiskamer in Oudenbosch en legt uit hoe de op hout gestookte cv werkt. De grote houtkachel vormt de blikvanger in de kamer. Door het voorraam zicht op de 1,5 hectare, dat is ruim twee voetbalvelden, privé bos ingeklemd door een doorgaande weg, akkerland en de straat waar zijn huis in staat.
De koffie staat klaar. Hetty Willemsen verontschuldigt zich: “we zijn net terug van een nachtje winterkamperen uit het Brabantse Putten.” Over de stoelen hangen kampeerspullen te drogen. Om 7.00 uur stapten ze deze morgen op de fiets naar huis, om op tijd thuis te zijn voor een rondleiding door het bos. Aan de muur hangen kleurrijke foto’s van verre landen, souvenirs van de vele fietsavonturen. “Ik ben een autodidact,” vertelt Lauran. ”Het stukje bos was al heel lang in het bezit van de familie van Hetty. De kans deed zich voor om het over te nemen, zo’n jaar of elf geleden.” Met de boswet in de hand, die kortweg zegt dat een bos een bos moet blijven, en informatie zoekend op het internet, gingen ze aan de slag.
Geen bramen maar vlier en lijsterbes
We vertrekken. Lauran draagt een wat versleten, groene werkjas en oogt als ‘n boswachter. Perro (=Spaans voor hond), vergezelt ons met tomeloze energie. Hij dankt zijn naam aan een fietstocht in Argentinië. We passeren eerst een stukje gemeentelijk bos. Hier is al 20 jaar niets meer gebeurd. Veel gevallen takken en bramenstruiken als onderbedekking. In zijn eigen stuk is geen braam te vinden. Ze zijn verwijderd. Lauran vindt ze lelijk en niet praktisch. Zijn favoriete bodembeplanting bestaat uit inheemse, besdragende struiken zoals de vlier en lijsterbes.
“Ik doe het zoals ik denk dat goed is: het West-Brabantse bos hoort te bestaan uit berk en eik, aangevuld door es, esdoorn, els en een enkele den of beuk. En daarom verwijder ik de Amerikaanse eik, die harder groeit dan de inheemse soort en veel licht weg neemt. Ook ben ik begonnen kansloos hout te verwijderen. Bomen die door licht gebrek nooit groot zullen worden.” Afvallende takken en wegrottend hout, en zelfs dode bomen mogen blijven liggen of staan, zolang ze geen gevaar of ongemak veroorzaken, omdat ze insecten lokken. En die trekken op hun beurt weer vogels aan. Hier en daar liggen er gestapelde muurtjes hout. Niet vergeten, maar bewust neer gelegd voor het insectenleven. Lauran wijst op houtsnippers bij de stapels: “Het werk van de groene specht. Spechten hebben we veel in het bos.”
Leren door fouten maken
Alles draait om licht in een bos. We lopen over een zacht verende bodem. “Aan de humuslaag in een bos kun je ook de leeftijd van een bos afmeten zonder een boom door te zagen. De laag onder de 50 jaar geleden aangeplante naaldbomen is zo’n 40 tot 50 cm dik.” Humus groeit zo’n centimeter per jaar. Dat klopt dus helemaal. Deze naaldbomen gaan uiteindelijk allemaal sneuvelen. Met dit hout stookt Lauran vooral zijn kachel. Afhankelijk van de temperatuur in de winter heeft hij jaarlijks zo’n 12 tot 20 m3 hout nodig. 1 hectare bos levert bij goed beheer zo’n 10 m3, zonder dat het bos wordt aangetast.
Hij heeft geleerd van zijn eerste stukje kaalslag. Daar plantte hij nieuwe bomen, die maar wat staan te kwijnen. Conclusie: te weinig licht. Verkeerde kant begonnen. Met het planten van bomen, heb je dus niet opeens een bos. Nu werkt hij van het zuidoosten naar het noordwesten. De nieuwe aanplant daar doet het wel. Terwijl hij met zijn hand door zijn kort geknipte grijze haar strijkt, zegt hij grijnzend: “Tegen de tijd dat ik grijs ben, ben ik klaar met het kappen van de naaldbomen en staat er een echt inheems bos en kan ik opnieuw beginnen aan die kant”. De nieuwe bomen zijn alle zaailingen van zijn eigen terrein: elders in het bos of uit zijn achtertuin afkomstig. Daar heeft hij ook een stukje bosachtige beplanting met veel struiken waar vogels op af komen.
Varens als onkruid
Om de nieuw aangeplante bomen een kans te geven, moet hij ook regelmatig de bodembegroeiing van adelaarsvarens te lijf. Delen van het bos zijn bedekt met keizersvarens van zo’n 50 cm hoog. Maar in een ander deel groeit de giftige adelaarsvaren, die jonge bomen naar beneden kan trekken en wel zo’n 1.50 meter hoog wordt. Met zijn wortelstokken is de varen lastig te verwijderen en ongewenst.
Het geluid van auto’s dringt door in het bos. Langs de weg is onderhoud aan het bos noodzakelijk om te voorkomen dat takken op de weg belanden en ongelukken veroorzaken. Iedere maand vult Lauran een vuilniszak vol met afwaaiend materiaal. De weg leidt naar een afvalbrengstation en van de vol beladen aanhangertjes wil nogal eens wat in het bos terecht komen. Langs de weg heeft hij een lange strook van rododendrons aangeplant. Let wel, alleen de inheemse soort krijgt zijn goedkeuring: Pontische rododendron met paarse bloemen. “Was lastig genoeg om deze te pakken te krijgen,” legt Hetty uit.
Vijftien tot twintig dagen per jaar zijn ze in het bos bezig. Daarnaast hebben ze dus ook nog de tuin van 1,5 hectare met moestuin en twee eigen koeien en kippen. Ze eten uit hun eigen tuin: groenten, kruiden, eieren, maar dus ook hun eigen vlees. Jaarlijks wordt er een koe geslacht. In 2009 wonnen ze de eerste prijs in een wedstrijd uitgeschreven door de gemeente Halderberge voor de biodiversiteit in hun tuin. Het principe is hergebruiken van materialen en tuinieren met inheemse planten om een zo aantrekkelijk mogelijke biotoop voor alle dieren te creëren. Of die dieren wel of niet willen komen, daar heb je geen invloed op. Keuze heb je wel in beplanting, door een grote variatie in beplanting te kiezen geef je insecten, vogels en kleine zoogdieren een kans om in je tuin te leven. De natuur is wat hen drijft. “Door zo intensief aan het werk te zijn, is ons leven nooit saai. We doen kennis op en herkennen ook ergens anders op de wereld van alles in de natuur. Ook hebben we altijd gespreksstof.”
Particulier bosbezit in Nederland
De familie Willemsen is niet de enige met een eigen stukje bos. In Nederland is 45% van het bos particulier bezit.(Daarvan is de helft eigendom van organisaties voor natuurbehoud zoals Natuurmonumenten.) Dat betekent dat bijna de helft van al het bos particulier wordt beheerd. De helft van deze bosbezitters heeft net als de familie Willemsen een stuk kleiner dan vijf hectare. De bosrijkste provincie van Nederland is Gelderland, op de voet gevolgd door Brabant. Nu er minder overheidsgeld beschikbaar is, komt het steeds meer neer op particulier natuurbeheer om de Ecologische Hoofdstructuur (= aaneengesloten natuur) te verwezenlijken. Particulier bosbezit neemt dan ook weer toe en wordt aangemoedigd. Daar hoort ook een financiële tegemoetkoming bij vinden boseigenaren. Zij verenigingen zich voor de aanvraag van subsidies. Voorwaarde is dan wel dat het bos toegankelijk is voor publiek. Er zijn diverse gemeenten, die bos vrijstellen van WOZ heffing om zo particulier bosbeheer tegemoet te komen. Dromen van eigen stukje natuur? Vooral In Brabant is bos te koop. Wie op vakantie gaat in Frankrijk, heeft grote kans particulier bos aan te treffen. Maar liefst 75% van al het bos is daar particulier bezit.
Lees meer over diervriendelijk tuinieren of ga direct terug naar home