Monnikenwerk, tempeltuinen Penang Maleisië
“Een monnik na gebed doet een dansje van de pret”, staat achter op een schilderij dat al jaren in mijn huiskamer hangt. Het is geschilderd door een ex-collega, nu dierbare vriend van mij. Hij raakte geïnspireerd na een reis door het boeddhistische Nepal. Tijdens ons bezoek aan het grootste boeddhistische tempelcomplex van Maleisië op het eiland Penang moest ik aan deze tekst denken toen ik door de tuinen liep. Zo mooi en kleurrijk, ik verdenk de monniken ervan in de “tempel van het hoogste geluk” regelmatig een dansje van vreugde te maken.
De Kek Lok Si tempel – Temple of Supreme Bliss (=opperste vreugde /geluk)– zo heet het, ligt even buiten Georgetown aan de rand van het dorpje Air Itam tegen een heuvel met op de achtergrond Penang Hill. De locatie brengt geluk volgens de locals, want het heeft de juiste Feng Shui. De bouw van de tempel begon in 1883, en nog steeds is de tempel niet gereed. Er wordt altijd verder gebouwd. Het complex bevat meerdere tempels, klokkentorens, gebedszalen, en een aantal mooie tuinen en is ook echt bewoond. In het overwegend islamitische Maleisië leven diverse godsdiensten tot op heden vreedzaam naast elkaar en er is dus een grote verscheidenheid aan godsdienstige bouwwerken te bewonderen. (Overigens is het boeddhisme geen echte godsdienst, maar een levensovertuiging.)
Het onderhoud van deze tempeltuinen moet gigantisch zijn: monnikenwerk. Eindeloze hoeveelheden potjes en potten en staptegels tussen gras, bijvoorbeeld. In de tropen staat de zon meestal recht boven je aan de hemel. Kleuren vervagen daardoor. Het is niet voor niks dat tropische planten vaak uitermate kleurrijk zijn, ze vallen anders nauwelijks op tussen de enorme hoeveelheid groen en groentinten. Opvallen is noodzakelijk anders word je niet gevonden door bestuivers. Als op een dag, zoals wij hadden toen we de tempel bezochten, het regent en de zon achter de wolken schuilhoudt, worden de kleuren extra intens, zowel van de planten als van de tempel zelf. De stortbuien zijn hevig maar duren meestal niet lang.
Tropisch gras ziet er anders uit dan ons gazonnetje. Het gras is veel breder dan wij kennen.
Er valt ontzettend veel te zien, zowel in de tempels als er omheen. Een prachtige daktuin rondom een tempel staat vol met schildpadden die duidelijk dezelfde kant op bewegen richting de ingang van de tempel. De schildpadden hebben een symbolische betekenis. Het staat voor langzaam opbouwen van gezondheid en kracht oftewel een eeuwig leven. Het boeddhisme kent immers reïncarnatie. Je krijgt een aantal levens de tijd om het hoogst haalbare te bereiken: ‘een staat van verlichting’.
Ook de lotusbloem maakt doorgaans onderdeel uit van een tempelcomplex. Meestal in afbeeldingen maar hier ook bloeiend in grote potten. Het is in het boeddhisme en hindoeïsme een heilige bloem, die symbool staat voor zuiverheid, puurheid, je schoonheid, innerlijke groei en de verbinding met het universum. Zó, das niet niks. De symboliek van de plant is gebaseerd op het groeiproces van de bloem. De lotusbloem nestelt zich in de modder onder water en groeit dan heel krachtig naar het licht toe boven het water uit. Dit proces kunnen wij als mens ook doormaken, is de gedachte, zie de modder als onwetendheid en lijden en naarmate je groeit wordt je wijzer en als eenmaal de verlichting is behaald, straal je net als de lotusbloem.
Een ander verhaal wat de ronde doet, is dat Boeddha uit de lotusbloem zou zijn geboren, dit zou ook de reden zijn waarom Boeddha vaak met of op een lotusbloem wordt afgebeeld.
Wat je ervan ook van denkt, of gelooft, het is een prachtige, bijzondere bloem, net als de blauwe waterlelie (die naar lila/paars neigt) volop aanwezig in deze tuinen in potten. Sowieso zijn waterlelies prachtig maar een blauwe vind ik echt geweldig. Helaas zijn alle blauw bloeiende waterlelies echte tropenplanten en zijn ze dus absoluut niet bestand tegen vorst. Sterker nog de meeste blauwe waterlelies krijgen het al moeilijk als de temperatuur van het water onder de 20° komt. We zullen er dus voor naar de tropen moeten.
Dat is niet echt een straf. Een deel van het complex is afgeschermd voor bezoek van buiten, hier wonen de monniken van het complex. Ook hier het fraaie dambordpatroon en de bakken en potten met bloemen en planten. Trek er gerust maar een dagje vooruit zoveel is er te zien en zo omvangrijk is het complex. Je hebt er ook nog prachtige doorkijkjes naar de omgeving: onder andere naar de hoofdstad van Penang: Georgetown.
Een kijkje in het privégedeelte.
Natuurlijk is een dergelijke tuin in ons klimaat niet houdbaar maar een beetje inspiratie opdoen van het werk van deze monniken kan geen kwaad. En af en toe een dansje, nou vooruit een huppeltje mag ook, van geluk ook niet.
Lees meer over Maleisië in Tropisch groen of ga direct door naar home
Volg me op facebook