Ik geef je een roosje, mijn roosje… Vijf toppers in de tuin volgens rozenkenners
Ik geef je een roosje mijn roosje, ik geef je een roos elke dag, want ik hou van jou tot de wijn zonder dauw en de echo niet lacht om een lach… (1974) De stem van Conny Vandenbos klonk op zondagmiddagen als het weer te slecht was om te fietsen of te tuinieren door onze huiskamer. Een van de grootste hits van Connie Vandenbos vertelt over de lange liefde tussen een oude man en zijn inmiddels overleden vrouw die hij zo verschrikkelijk mist. Een prachtig liedje waarin alles draait om de symboliek van de roos.
Toprozen
Rozen als symbool van de liefde, het zijn de koninginnen onder de planten met prachtige namen waarvoor je ze alleen al zou aanschaffen. Nu de hoofdbloei van de rozen in de tuin voorbij is en we genieten van doorbloeiende rozen tijd om weer eens een lijstje te maken. Nu niet mijn favorieten maar die van een paar echte rozenkenners.
1) Ik vroeg naar de lieveling van Louise van den Akker. “Welke van de 200?” was haar antwoord. In Zeeland heeft zij een tuin vol rozen aangelegd met dus maar liefst zo’n 200 lievelingen. Haar tuin is geopend voor tuingroepen op afspraak en tijdens de Zeeuwse open tuindagen, die ze nieuw leven inblaast. Na een paar dagen krijg ik een nieuw mailtje van haar.
“Hallo Ellen, ik heb nog eens goed nagedacht. Als ik zou moeten verhuizen en ik mag maar één roos meenemen dan wordt dat Scepter d’isle, een David Austin roos.” Waar komt de naam van deze roos vandaan? Het verwijst naar Engeland. Scepter d’isle gebruikt Shakespeare als synoniem voor Engeland in een van zijn werken (Richard II).
“Afhankelijk van hoe je snoeit wordt de roos 1.20 meter hoog of verder terugsnoeien dan 1 meter. Het is een roos die lang aan de tak blijft en een prettige kleur heeft die je met diverse kleuren kunt combineren. De roos is bloei herhalend dus meestal heb je 2x per jaar bloei en afhankelijk van het weer ongeveer 2x 6 weken. De roos moet na de bloei worden teruggesnoeid als je dat niet doet wordt de roos nog hoger, snoei dan in het voorjaar flink terug. De roos is ook ziekteresistent en kan wel wat schaduw hebben en is geurend.” Wauw, dat zijn een hoop goede eigenschappen. Over de kleur roze schrijft ze: “na een paar dagen bloei kleurt de roos zachter roze meer naar zilver grijs,” schrijft Louise.
Door deze toelichting ga ik zelf nauwkeuriger naar Bonica kijken die in mijn tuin staat. Vrij fel roze in het begin maar inderdaad ook verkleurend naar een veel zachter, grijzig roze. Deze roos kan ik je van harte aanbevelen. IJzersterk op mijn arme zandgrond en zonder kwaaltjes rijk bloeiend.
2) Als je werk bestaat uit rozen kweken, wat is dan je favoriet? Ik vroeg het aan Toon de Rijk van rozenkwekerij Rozenrijk. Zijn keuze viel op de roos Fellowship. Warm oranje rozen in trossen die pronken aan een compact gewas met blinkende bladeren. Zo is Fellowship wel te beschrijven, volgens Toon. Deze roos ontstond per toeval. Het is een Harkness roos. Aan een struik van de ambergele roos Easy going verscheen toevallig een stengel met oranje bloemen. “Echte oranje bloemen omdat lichtrood ook al vaak oranje wordt genoemd”, zegt Toon de Rijk. “Gek genoeg verscheen een paar jaar later ( helaas) ook aan mijn Easy going een oranje roos.”
“Tien jaar geleden, toen deze roos al in mijn rosarium bloeide, kwamen twee dames een roos uitzoeken voor een nieuw aan te leggen perk grenzend aan de parkeerplaats bij hun flat. Zij moesten een keuze maken uit honderden rozen en ze hadden de taak de tachtig medebewoners van hun flat tevreden te stellen. Fellowship stond in volle bloei en de keuze was snel gemaakt . Zo n aparte mooie kleur zou iedereen toch mooi moeten vinden, was hun gedachte. Dat najaar heb ik bij hun flat de roos geplant na het perk verrijkt te hebben met stalmest en compost, het was vrij zanderig en arm. Iedereen was blij het jaar daarop, de mensen hadden jarenlang tegen een saai perk aangekeken zonder bloemen. Tot op heden groeit en bloeit het perk fantastisch en omdat ik het onderhoud regelmatig kom doen, hoor ik menig voorbijganger hardop genieten van de kleur. Fellowship (= kameraadschap) is voor mij een echte allemansvriend en doet zijn naam dus eer aan, steekt wel een beetje maar bloeit de hele zomer overdadig “echt oranje”!”
3) Toeval, het levert vaker nieuwe rozen op. Deze zomer vond ik een zaailing van een kleine, witte trosroos. Deze staat al minstens 10 jaar in de tuin, ik heb hem niet aangeplant maar kreeg hem bij aankoop van het huis. Die van mij lijkt exact op zijn ouders. In de tuin van Ton ter Linden in Ruinen werden ook zaailingen gevonden met nieuwe eigenschappen. Veelbelovend genoeg om mee aan de slag te gaan: zo werd Rosa Ton ter Linden geboren en afgelopen zomer gedoopt tijdens de tuindagen van kasteel Hex in België. Een lief open roosje, met gele meeldraden. Als eerbetoon aan de nu tachtigjarige tuinkunstenaar, in gang gezet door vriendin Audrey Doeglas, vermeerderd door Hans van Hage van rozenkwekerij De Bierkreek. Ter Linden zegt over de roos: “het is een natuurlijk groeiende multiflora-roos die zeer uitbundig bloeit met roze roosjes. Ik hou van eenmaal bloeiende rozen omdat ze alles geven in één bloeitijd in juni/juli. Zo’n massaal feest van bloemen vind ik veel indrukwekkender dan een roos die de bloei moet verdelen over het hele seizoen.” Typisch Ton, die kiest voor een groot feest van alles tegelijk in zijn beplantingen.
“Ik gebruik multiflora rozen vanwege hun enorme groeikracht (3 à 4 m lange takken), hun natuurlijke overhangende vorm, het feit dat ze super gezond zijn, veel insecten trekken en goed zijn te leiden. Bovendien levert het snoeien geen problemen op; het kan eigenlijk niet verkeerd gaan. Ik zou deze roos in geen tuinontwerp van mezelf willen missen!”, vult Ton aan. (Bron: tuinenstruinen.org) Vogels stemmen er mee in. Zij gaan voor de bottels!
4) Per toeval stuit ik op een uitgebreid rozenartikel in een Groei en Bloei van 2007. In het artikel draait het om rozen die gezond zijn zonder dat er bestrijdingsmiddelen worden gebruikt tegen plagen. Dat New Dawn, Sneeuwwitje, Bonica en Zephirine drouhin er in staan, verbaast mij niks. Deze bewijzen al jaren op mijn arme zandgrond dat zij zonder kunnen om te presteren. In de kasteeltuin Baron z’n hof in Geldrop begonnen John schoolmeesters en zijn vrouw Cil Neggers met een rozentuin. Om deze goed te kunnen houden, waren bestrijdingsmiddelen nodig. Dat wilden ze niet en zo verdwenen de rozen om plaats te maken voor een natuurlijke beplanting. Een aantal rozen bleef omdat ze zonder chemie kunnen, de rozenboog naar de oude kas is van een grote schoonheid.
Tussen de nieuwe borders tref je af en toe een roos aan: de sterke soorten. Opvallend en mooi: een struikroos met bloemen die oranje, rose en geel in zich hebben. Door John prachtig gecombineerd met onder andere papavers. Daarom ook in het lijstje: Rosa ‘Freisinger Morgenröte’. John was ooit rozenveredelaar en mag dus een kenner genoemd worden. Freisinger is een rozenstad in Duitsland waar de roos gekweekt is. De kleuren maken duidelijk waar de naam Morgenröte vandaan komt.
5a)Tot slot zijn er de naamlozen, die ook sterk en mooi kunnen zijn. Ik heb er zelf één die Marilène genoemd zou zijn naar de prinses volgens AH, maar ik kan de naam tot op heden nergens terug vinden. Op facebook vind ik een zogenaamde Hemaroos, gekregen van een vriendin, schrijft Frieda Mulder, die een dag per week werkt in de tuinen van Ton ter Linden in De Veenhoop. Mooi en sterk…. Op plaats vijf dus, de onbekende rozen die alleen bij verkoop Roos en de kleur mee krijgen. De bekendste grootgrutter van het land had vandaag zelfs planten buiten staan voor de verkoop, die slechts buitenplant werden genoemd, ga er maar voor zorgen, geen idee dus wat je kunt verwachten als je ze niet herkend. Maar soms heb je geluk en tref je het buitengewoon met zo’n aanschaf. Ik ben al heel lang blij met mijn supermarktroos, Frieda met haar Rosa Hema.
En dan die ene roos die net zo heet als jij… die moet je natuurlijk in je tuin planten.
5b) Rosa Ellen bestaat, zag ik dankzij de vrouw van Cor van Gelderen van Plantentuin Esveld:
Hij schrijft op facebook: “Zelfs aan de noordkant van mijn huis staat Ellen mooi te bloeien. Ik had destijds toen ik deze roos plantte geen andere plek vrij en ik moest haar toch een plaats in mijn tuin gunnen. Ik had deze roos gekregen simpelweg omdat mijn vrouw Ellen heet. Goede sier kon ik er thuis mee maken. Het is overigens ook een leuke roos, ze geurt ook lekker en daarmee doet ze haar naam eer aan.” Klinkt heel goed, daar moet een plekje voor te vinden zijn in mijn tuin!
Nog vijf toprozen? Lees mijn artikel van vorig jaar of direct terug naar home
Wat ik in het artikel mis is de geur van de rozen, want alle goede eigenschappen worden opgesomd maar volgens mij is de geur van een roos het meest belangrijke.
Dag Charlotte, dank voor je reactie, denk niet dat iedereen geur het belangrijkst vindt. Bij Rosa Ellen en Scepter d’isle staat er wel bij dat ze geuren. Freisinger Morgenrote schijnt te geuren maar zeker niet sterk want het is mij niet opgevallen. Van de onbekenden hebben we geen naam en van de overige twee weet ik het niet. Ton ter Linden noemt de eigenschappen die hij belangrijk vindt. Toon de Rijk ook. Veel oude Engelse rozen geuren, maar zijn vaak gevoeliger voor kwaaltjes. Ik zelf vind uiterlijk en gezond zonder chemie belangrijker. Een lekkere geur mooi meegenomen.
Je brengt me wel op een idee voor een volgend rozenlijstje: de best geurende rozen