Miljoenen inwoners in een vingerhoedje, 2015 jaar van de bodem
Prachtig, maar ook confronterend, de documentaire over de Britse natuurfotograaf Charlie Hamilton, die een stuk tropisch regenwoud koopt in Peru. Ik bekeek de documentaire de afgelopen weken. (Uitgezonden door Vara’s Vroege Vogels en terug te zien op de website van Vroege Vogels onder button TV). De soortenrijkdom van zowel dieren als planten is overweldigend. Als Charlie al die beestjes individueel fotografeert tegen een witte achtergrond, zie je pas hoe wonderbaarlijk al dat leven is. In het oudste regenwoud ter wereld in Maleisië had ik afgelopen zomer dezelfde ervaring. Met een natuurgids op pad leerden we veel over al dat jungle leven, wat je bijna niet ziet omdat het opgaat in het groen.
Een vingerhoedje vol
Als het bovengronds in een tropisch regenwoud zoveel rijker is als bij ons, geldt dat dan ook voor de bodem? Wim van der Putten van het Nederlands Instituut voor Ecologie doet er onderzoek naar. Als we ergens te weinig vanaf weten, zegt hij, dan is het van onze bodem. We weten veel over de miljoenen diertjes en schimmels die in de grond zitten, maar weinig over hoe de relatie is tussen dat leven onder de grond en het leven daarboven. Het is druk in onze bodem. In een vingerhoedje (één gram!) gezonde grond bevinden zich maar liefst 5000 soorten micro-organismen en honderden meters schimmeldraad. En die voelen zich zover van elkaar verwijderd alsof ze in Amsterdam en Utrecht wonen. Af en toe passeren ze elkaar. Het is bijna niet voor te stellen in die ene vingerhoed.
Laat de bodem met rust
Hoe is het ondergrondse leven over de wereld dan verdeeld? Is het net zo drukbevolkt bij ons in de bodem als in het tropisch regenwoud nabij de Evenaar? We weten het nog niet. Van der Putten denkt dat er weinig verschil is. Andere onderzoekers menen van wel. Ze zijn het wel eens over het feit dat we de grond met rust moeten laten, niet spitten, niet bemesten. Dan verstoor je het bodemleven niet. Een complete eigen kringloop bevindt zich in die bodem. Een precair evenwicht. Van Puttens advies is om de kringloop zoveel mogelijk gesloten te houden, plantenresten dus terug de bodem in. De bodem onder struiken met bladresten bedekken bijvoorbeeld is beter dan afdekken met houtsnippers.
Ik loop dan ook met een gerust hart de planken in tuincentra voorbij, vol gestapeld met allerhande middeltjes om iets aan of met je bodem te doen en kies planten die bij mijn bodem passen. Dat levert gezonde planten op. De verhuizing van klei naar zand heeft me dat heel duidelijk gemaakt: je hebt kleiminnaars en zandhaters maar ook planten die juist opbloeien op zand. Je bodem accepteren en de bijpassende plant zoeken, maakt tuinieren gemakkelijker, duurzamer, goedkoper en succesvoller.
(Foto gemaakt in Maleisië, in het oudste regenwoud op aarde: Taman Negara wat niet meer betekent dan Nationaal Park)
Zeer nuttige post, Ellen. Er kan niet genoeg bewustwording komen met betrekking tot het zo veel mogelijk intact laten van de microfauna van onze bodem. Ook bij moes- en siertuinierders .
Daarom is 2015 ” het jaar van de bodem” en er zal hopelijk veel over geschreven worden in groentijdschriften, blogs enz.
Bedankt voor de link bij Vroege Vogels.
Hartelijke groet, Zem.