Het tuinpad van mijn vader, tuinverhaal over scoriabricks
De herinnering blijft, mijn vader Dick van den Barselaar had vandaag, 1 mei, 78 jaar kunnen worden. De Dag van de Arbeid was zijn geboortedag. En gewerkt heeft hij tot hij niet meer kon. Al jong melkt hij de koeien voor hij naar school gaat, valt daar dan soms in slaap. Vanaf 17 jaar werkt hij in het bedrijf van zijn vader en diens broers. In die tijd schepte je met de hand een vrachtwagen vol en weer leeg, want kiepen konden de eerste vrachtwagens nog niet. Als het koud was in april verzekerde hij ons dat het op 1 mei allemaal goed kwam. Vol verwachting opende hij dan de gordijnen op de ochtend van zijn verjaardag. En vaak was het mooi, net als vandaag.
De zon brandt op mijn rug. Ik zit op mijn knieën in het gras en laat ’de schat’ één voor één tevoorschijn komen. Nu nog verborgen onder een dikke laag aarde, graspollen en alles wat maar wil groeien op dit verlaten opslagterrein aan de Ruigelaan. Ik kijk om mij heen, het is er idyllisch, maar mijn hart doet pijn. Ik realiseer mij op dat moment eens te meer dat ik een droom opgraaf uit deze wildernis. De droom van een hardwerkende man en zijn vrouw, van een huis met een pad in de polder, omringd door een zee van bloemen. Daar hield hij van. Met iedere steen die ik opgraaf, besef ik , dat veertig jaar geleden mijn vader ook zo op zijn knieën zat in een vrij uurtje, stuk voor stuk de stenen leggend.
Verlaten terrein
De stenen, die nu door mijn handen gaan, gingen ook door zijn handen. Hij is dichterbij dan ooit. Ik raak hem aan, door middel van deze antieke stenen. Ik kijk naar mijn lief, die mij vergezelt en ik zie dat hij ook terugdenkt aan mijn vader, die hij gelukkig goed gekend heeft. Had een bijbaantje in de zomerweken en op zaterdag bij hem. Onze ruggen doen zeer, we rukken aan de graspollen. Er ontstaat een ritme om de stenen van hun zware vracht te ontdoen. Hij steekt, ik trek, samen rapen en stapelen we. Mijn moeder brengt op de fiets koffie. Lekker, onze monden voelden droog. Het is warm, stil, mooi en weids. Ik begrijp waarom mijn vader hier zo graag was.
Mijn vader Dick van den Barselaar, handelaar in tuinbenodigdheden, runt een klein familiebedrijf. Hij houdt van oude stenen. Gebakken klinkers, die ooit voor de bouw van een huis gebruikt zijn, maar nu aftrek vinden voor tuinpaden. IJsselsteentjes bijvoorbeeld. Hij bikt het cement eraf, de een na de ander in de winter tijdens verloren uurtjes, als het tuinseizoen stil ligt. Ze worden opgestapeld en vormen stevige muurtjes, die niet om vallen. Tassen heet dat. In het voorjaar worden ze verkocht aan klanten: particulieren en hoveniers.
‘Deze hoeven niet gebikt te worden. Ze zijn puntgaaf en glad in bizarre kleuren blauw, aubergine en beige. Hij vindt ze zo mooi, dat hij besluit ze te straten in een groot vlak op het terrein, dat dienst doet voor opslag en waar hij een huis hoopt te bouwen en oud te worden. Daarbij komt dat er geen interesse in deze stenen is.‘ Zo moet het ongeveer gegaan zijn. Dit is wat mijn moeder mij vertelt. Ik moet een jaar of tien geweest zijn toen de stenen door zijn handen gingen. Niet bezig met stenen. Ik kan het hem niet vragen. Op het moment dat ik zijn schat opgraaf is hij al 26 jaar dood. Gestorven in 1986 aan kanker, een paar maanden na zijn vijftgste verjaardag. Er is veel gebeurd. Ik ben afgestudeerd, getrouwd, twee kinderen, die nu ook studeren. De zaak is in andere handen. Alleen deze grond met de verborgen schat is nog steeds in ons bezit.
Stenen opgegraven
Het is 2012. In de achtertuin van het huis waar we nu zeven jaar wonen, liggen kleine betonnen klinkers. Mooi kan ik ze niet vinden. Ook ik kijk intussen altijd naar de bestrating in een tuin en heb mij ontpopt als een liefhebber van wat groeit en bloeit én stenen. De wetenschap, dat die andere klinkers er zijn, maakt dat ik in iedere voorafgaande tuin de afweging heb gemaakt, ga ik ze halen? Maar tegelijk vraag ik me telkens af: hoe krijg ik ze dan vervoerd? Want scoria bricks, daar hebben we het over, zijn niet alleen mooi, maar ook zwaar. Ze wegen maar liefst vijf kilo per stuk. Er gaan er iets meer dan 50 in een m2, dat betekent dat iedere m2 maar liefst 250 Kilo weegt en wij wonen ook nog eens 100 kilometer van de grond vandaan! Daarbij komt, ze liggen achter op het terrein zonder pad er naar toe. De wetenschap dat ze er zijn prikkelt, hoeveel liggen er eigenlijk en waar? We besluiten te gaan kijken, mijn moeder en ik. Zij weet ongeveer waar ze liggen en wonder oh wonder, we vinden een halve m2, die schittert in de zon. De rest, zo’n 80 m2 is verdwenen onder een dikke laag gras en planten. Jaar na jaar er overheen gegroeid…
2012 Vijf jaar later is het dan zover. We, man en ik, gaan ervoor. Een deel van die stenen moet eruit en vervoerd. Hij doet het voor mij. Dat is ook liefde, honderden stenen van vijf kilo per stuk over 100 kilometer vervoeren… terwijl je zelf veel minder eisen aan een tuin stelt; een stuk gras en een vlak terras waarop je in je stoel een biertje kunt drinken en een boek kan lezen. Nu ik zelf ouder word, zoek ik naar verbintenis met mijn vader. Wat is er mooier dan iedere dag te genieten van de wonderlijke kleuren van deze steen, die zacht glanst in de zon, maar als het regent, helemaal een betoverend kleurenspel levert ? Dat is in ons land echt een bonus.
Eindelijk een pad
Gewapend met schep, schop, kruiwagen en al wat we nodig denken te hebben, rijden we op een warme voorjaarsdag het terrein op. De grond is afgehard door de droogte van de afgelopen weken en met onze auto slagen we erin achter op het terrein te komen. We hebben uitgerekend wat de auto kan vervoeren. Maximaal 100 stenen dus, maar twee m2, een aanhanger slechts twee keer zoveel. Dat worden heel wat ritjes. De zon brandt, een haas schiet over het terrein, grassen wiegen zachtjes in de hier altijd aanwezige wind. De geur van paarden prikkelt onze neuzen. De lucht is vol belofte, voorjaar… Ik voel tranen opwellen. Het is zover. De schat wordt eindelijk wat het ooit bedoeld is te worden: een pad, het tuinpad van mijn vader, niet aan de rand van Wassenaar, maar in een klein Brabants dorp bij Breda vinden ze na veertig jaar eindelijk hun bestemming. Mogen ze schitteren in zon en regen in hun wonderlijke kleuren. Stenen vol herinnering aan wat had kunnen zijn. Dag pap, ik mis je nog steeds…
Scoria bricks antiek
Inmiddels zijn deze scoriabricks antiek geworden en flink in waarde gestegen. De kwaliteit van de stenen, die mijn vader achterliet is goed. Het zijn geen gebakken rivierklinkers van blauwe klei en slib uit de rivier de Theems Engeland. Een uitleg die hardnekkig op internet verspreid wordt. Het gaat om een product uit afval. Op de website van Van Harn bestratingen vind je duidelijke uitleg. Restafval in de vorm van slakken na de productie van ijzer verwerkt tot stenen. Een mooie vorm van upcycling! Lees ook meer op een Engelse website. Ze ruiken naar zwavel als je ze doorknipt. Slechte kwaliteit heeft soms vloeibaarzwavel aan de binnenkant. Toen de stenen onder het gras vandaan kwamen, roken ze licht naar zwavel, een nare lucht van rottende eieren… maar dat heeft niet lang geduurd. Nu ruik je ze helemaal niet meer.
Ook jij hebt je tulpvakantie goed besteed! Er was onlangs een tuinarchitect die het tuinpad van mijn vader (niet zo mooi) wilde vervangen door beton. No way 🙂
Mooi geschreven Ellen!
Iedereen bedankt voor de lieve reacties en mooie woorden. Hier en vooral op facebook. Herkenning, herinnering en zeker niet vergeten.
Wat een mooi verhaal Ellen, had dit nog nooit gelezen. Wat prachtig dat je een herinnering zo levend hebt kunnen houden.
Dankjewel Maaike voor je lieve reactie…
Mooi in alle opzichten!
Een mooi verhaal en prachtige stenen.
Dank je wel!
Lees met plezier al je columns , deze vond ik wel heel bijzonder! Wat fijn dat je kans zag om die mooie stenen op te halen en in je eigen tuin te gebruiken.